Het Nieuwe Testament of al de boeken des Nieuwen Verbonds van onzen Heer Jezus Christus: op last van de hoog.-mog. heeren Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden, en volgens het besluit van de Synode Nationaal, gehouden te Dordrecht in de jaren MDCXVIII en MDCXIX, uit de oorspronkelijke (Grieksche) taal in onze Nederlandsche getrouwelijk overgezetBlussé, 1859 - 427 من الصفحات |
طبعات أخرى - عرض جميع المقتطفات
عبارات ومصطلحات مألوفة
18 Want aarde alzoo apostelen Barnabas besnijdenis broeders Christus Jezus degenen dezelve dien dienstknecht dingen discipelen dooden duivel eenige eeuwigheid elkander engel evangelie Galilea gekomen gelijk geloof geloofd genade geschied geworden gij hebt gij zijt gij zult gijlieden ging goed hart hebbende hebt gij Heer Jezus Christus heerlijkheid heid heidenen Heiligen Geest hemel Herodes hetgeen hetzelve HOOFDSTUK hoorde huis hunne iegelijk iemand indien gij Israels Jeruzalem Jezus antwoordde Jezus Christus Jezus zeide Joden Johannes Judea Kapernaüm koning koningrijk Gods kwam liefde ligchaam magt maken Mozes offerande onzen Heer opdat gij overpriesters overste Paulus Petrus pharizeërs profeten regtvaardig sabbat schare stad stem synagoge tempel terstond ulieden uwen vleesch volk voorhuid voorwaar zeg vraagde vrouw want gij wederom wereld wien woord zalig zeggende zegt zeide tot hen zelven ziende zijnde zijt gij zonden Zoon des menschen zoude zullen zult gij